Acht vragen voor SAFE-voorzitter Guus Wesselink

Registratie van e-bikes, hoe zit dat nu precies?

De stichting SAFE pleit in de strijd tegen fietsdiefstal voor verplichte registratie van e-bikes. Daarbij wordt van elke nieuw verkochte e-bike een uniek nummer in een register van de RDW opgenomen. SAFE-voorzitter Guus Wesselink geeft antwoorden op acht veelgehoorde vragen over de verplichte registratie.

Tekst Harrie Hoitink | Foto Bert Jansen

Guus Wesselink

1. Waarom maakt SAFE zich hard voor het registreren van e-bikes?

“De Stichting Aanpak Fiets- en E-bikediefstal (afgekort SAFE) heeft tot doel om het aantal fietsdiefstallen terug te dringen, de aangiftebereidheid te vergroten en de economische en sociale schade van fietsdiefstal terug te dringen. Een effectieve manier – naast preventie – om onze doelstellingen te bereiken is registratie. En dan specifiek van e-bikes. Die worden immers het meest verkocht en zullen vanwege hun interessant hoge prijs en het groeiende aantal de komende jaren ook meer en meer worden gestolen.”

2. Wat is de kern van registratie?

“E-bike en eigenaar worden aan elkaar gekoppeld. Wanneer een fiets wordt gestolen en de politie, douane of particuliere opsporingsdienst vindt hem terug, dan maakt registratie dat de fiets weer bij de rechtmatige eigenaar komt. Gevolg hiervan is – behalve een blije eigenaar – dat fietsdiefstal wordt ontmoedigd, de kosten voor opsporing dalen en gemeenten ook minder met weesfietsen blijven zitten. De ervaring met andere vervoermiddelen leert dat registratie effectief is in de strijd tegen diefstal.”

3. Wat wordt de rol van de RDW bij de registratie?

“De Rijksdienst voor het Wegverkeer – afgekort RDW – moet de registratie van e-bikes gaan verzorgen. Deze overheidsorganisatie is hierin gespecialiseerd en verzorgt al de registratie van onder andere speed pedelecs, scooters en bromfietsen.”

4. Maar hoe krijg je de gegevens van een e-bike en de eigenaar ervan bij elkaar?

“Bij ongeveer de helft van de nieuw verkochte e-bikes gaat dat heel gemakkelijk. Die worden namelijk verzekerd, waarbij de benodigde gegevens – framenummer en personalia – al worden geregistreerd. Die gegevens zijn dus – met toestemming van de verzekerde – eenvoudig beschikbaar vanuit de verzekeraar. Wordt zo’n fiets gestolen en bijvoorbeeld dankzij een track&trace-systeem teruggevonden, dan voer je het straks het framenummer bij de RDW in en heb je de eigenaar via de verzekeraar gelijk gevonden.

Het probleem schuilt bij de ander helft van de verkochte e-bikes, de niet-verzekerde fietsen. E-bike en eigenaar zijn misschien wel aan elkaar gekoppeld, maar op dealerniveau. Niet centraal via de verzekering. Wordt zo’n e-bike gestolen en teruggevonden, dan heb je een framenummer maar kun je hem nooit koppelen aan een eigenaar. Met een landelijke registratie lukt dat dus wel.”

5. Wat wordt de rol van de dealer bij de registratie?

“De opzet is dat dealers verkochte e-bikes aanmelden bij bijvoorbeeld de RDW. Dit kan heel gemakkelijk middels een koppeling tussen het kassasysteem en de database van de RDW. Je voert dan naast het framenummer ook de personalia van de koper in. Wanneer mensen de registratie zelf moeten doen, is de kans op fouten te groot.”

6. Krijgen e-bikes een kentekenbewijs en -plaat?

“Absoluut niet. De registratie niet wordt zoals bij motorvoertuigen, verplicht en met een kentekenbewijs en kentekenplaat. Wij zouden dat misschien het meest ideaal vinden, maar bij de overheid en politiek is daarvoor geen draagvlak. Nu nog niet tenminste.”

7. Hoe staan politiek en overheid tegenover het registeren?

“Niet alleen SAFE, ook de minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Tweede Kamer pleiten voor een registratie van nieuw verkochte e-bikes. Hiermee worden namelijk ook de niet-verzekerde fietsen zichtbaar.”

8. Wanneer is de verplichte registratie een feit?

“Wat ons betreft snel. De RDW toetst op dit moment de mogelijkheden van registratie, de bijbehorende kosten en de haalbaarheid van een registratiesysteem. Vervolgens gaat het RDW-advies naar de minister die het vervolgens voorlegt aan de kamer.”